Blijlevensprestatiepsychologie
  • Home
  • Collectieve instorting
  • Suzan Blijlevens
  • Publicaties
  • Contact

Collectieve instorting

Collectieve instorting, wat is het?

Teamsporters zullen het herkennen; zo'n wedstrijd waarin je dik op voorsprong komt en uiteindelijk toch nog verliest. Hoe kan dat? Je team is goed voorbereid, in topvorm en klaar voor die ene belangrijke wedstrijd. Jullie beginnen sterk, je team speelt volgens het wedstrijdplan en alles lijkt te lukken. Jullie komen op voorsprong en dit goede gevoel lijkt jullie niet meer te kunnen worden afgenomen. Toch gebeurt er iets in de wedstrijd waardoor de wedstrijd wordt uit handen gegeven met verlies tot gevolg. Jullie weten niet hoe deze omslag kon gebeuren. In interviews na zo’n wedstrijd zijn sporters vaak gefrustreerd en verbijsterd, ze wisten niet hoe dit kon gebeuren. Een andere, vaak frustrerende, situatie is een wedstrijd waarin jullie vanaf het begin van de wedstrijd onder jullie niveau spelen. Ondanks dat de verwachtingen hoog gespannen waren en iedereen zin in had om goed te presteren, lukte het vanaf het begin van de wedstrijd niet om jullie niveau te halen. Sporters zeggen dan na afloop vaak dat ze aan het begin van de wedstrijd al voelden dat ‘dit weer zo’n wedstrijd zou worden’. 

Collectieve instorting (ook wel collective collapse) komt voor wanneer de meerderheid van de spelers van een team plotseling minder goed presteert dan verwacht in een belangrijke wedstrijd, in het geval van een goede start, of prestatie onder niveau vanaf de start van de wedstrijd.

Onderzoek

Er is nauwelijks wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het fenomeen. Gek, want het is voor zoveel teamsporters heel herkenbaar. Volgens de Zweedse onderzoeker Erwin Apitzsch spelen verschillende psychologische processen een rol bij een collectieve instorting, maar de mogelijke verbanden tussen deze psychologische processen en collectieve instorting zijn nog niet in kaart gebracht. Door het enorme effect dat collectieve instorting heeft op een team en de teamprestatie is het heel belangrijk om te weten hoe dit zit. Het is voor trainers/coaches en spelers belangrijk om te weten welke factoren een collectieve instorting kunnen veroorzaken en hoe ze daar mee om moeten gaan, zodat ze in het vervolg een instorting kunnen voorkomen.

Reden voor mij om dit fenomeen te onderzoeken! Daarom had mijn onderzoek als doel om collectieve instorting in detail te onderzoeken en een theorie te ontwikkelen over dit verschijnsel op basis van ervaringen van topsporters met collectieve instorting.

Samenvatting van de resultaten

Voor mijn onderzoek heb ik 37 topsporters in de leeftijd 15 tot en met 28 jaar ondervraagd over hun ervaringen met collectieve instorting. De sporters zijn mannelijke en vrouwelijke handballers van de Handbal Academie Nederland en mannelijke en vrouwelijke waterpoloërs van de Oranje selecties. In diepte-interviews heb ik de sporters gevraagd een situatie te beschrijven waarin zij een collectieve instorting hebben ervaren. Sporters waren geheel vrij in de keuze voor de situatie die zij wilden bespreken. Sporters haalden dus niet alleen situaties aan die ze mee hadden gemaakt bij Oranje, maar ook bij hun huidige clubteam, oude club of zelfs een regionale selectie. In totaal vertelden zij over 67 unieke situaties met een collectieve instorting.

De voornaamste oorzaken van een collectieve instorting die in dit onderzoek naar voren komen zijn: verminderde aandacht voor de taak en onderschatten van de tegenstander (cognitieve antecedenten), sporters besmetten elkaar met negatieve emoties (affectieve antecedenten), het niet nakomen van afspraken (gedragsmatige antecedent) en falende rolverdeling (teamproces).
          Er zijn veel factoren van invloed zijn op het ontstaan van een collectieve instorting, zoals een slechte voorbereiding, slechte sfeer in het team, het ontbreken van een sterke leider in het team en autocratisch leiderschap van de coach. Ook omgevingsfactoren, zoals de scheidsrechter, het publiek en nieuwe/andere omgeving zijn voorbeelden van contextfactoren en omstandigheden die het ontstaan van een collectieve instorting vergroten. Interne antecedenten zijn factoren die in de sporter zelf liggen en het ontstaan van een collectieve instorting kunnen vergroten. Interne factoren die van invloed zijn op het ontstaan van een collectieve instorting zijn groepsdenken, fysieke vermoeidheid en ongepast gedrag. 
          Uit het onderzoek bleek dat bij een situatie van collectieve instorting in ieder geval de belangrijke bepalende spelers van het team betrokken zijn. In een situatie van collectieve instorting halen deze belangrijke spelers niet hun basisniveau. Wanneer bepalende spelers hun basisniveau niet halen, lijkt het merendeel van het team daardoor zijn of haar basisniveau niet te halen. Hierdoor lukt het een team niet om tot een hoge teamprestatie kan komen. Dit kan het geval zijn vanaf het begin van de wedstrijd of plotseling in de loop van de wedstrijd.     
          Sporters weten vaak niet goed hoe ze moeten omgaan met een situatie van collectieve instorting. Dit is terug te zien aan de copingstrategieën die sporters toepassen. Toegepaste copingstrategieën zijn (1) verandering aanbrengen in het spel, waaronder terug naar het basissysteem, andere alternatieve systemen spelen of spelers wisselen, (2) geen verandering aanbrengen in het spel en (3) verminderd samenspel, waarbij sporters zelf het verschil willen maken of de verantwoordelijkheid juist bij teamgenoten leggen. De gebruikte copingstrategieën blijken een ineffectieve manier van omgaan met de situatie. De meest effectieve copingstrategie blijkt is het anticiperen op veranderingen van de tegenstander door een alternatief systeem te spelen. Echter weten sporters vaak geen alternatieve systemen of worden alternatieve systemen in een situatie van collectieve instorting vaak niet toegepast.
          Een collectieve instorting heeft belangrijke gevolgen voor het team. De consequenties die sporters noemen zijn: tijdens de wedstrijd verminderd samenspel en verlies of uitschakeling, negatieve sfeer en leren van de ervaring na afloop van de wedstrijd. De meeste consequenties zijn dus negatief, met uitzondering van het leren van de ervaring. In sommige situaties geven sporters aan dat verminderd samenspel een middel is om de prestatie omhoog te brengen. In andere situaties geven sporters echter aan dat ze door de hele situatie niet meer met elkaar samen speelden. In dit laatste geval is verminderd samenspel een consequentie van de situatie. Na afloop van de wedstrijd blijken een negatieve sfeer en verlies/uitschakeling de belangrijkste consequenties van collectieve instorting. De enige positieve consequentie die sporters noemen is dat ze iets leren van de situatie. Volgens sporters is een het omgaan met een situatie van collectieve instorting niet te trainen. De ervaring op zich wordt doorgaans gezien als een training voor een mogelijke volgende situatie.
          Tot slot is druk een belangrijke factor in het proces van collectieve instorting. Het proces van collectieve instorting lijkt onder druk verergerd te worden. Door druk die sporters bij belangrijke wedstrijden ervaren voelen sporters zich gespannen, wordt aandacht gericht op minder relevante zaken, worden copingstrategieën niet effectief toegepast en zullen de consequenties van de situatie erger zijn.

 Een collectieve instorting meegemaakt en benieuwd wat je eraan kunt doen?

Laten we het erover hebben!

Meer weten? Lees mijn artikelen over  collectieve instorting 

Lees hier

Powered by Create your own unique website with customizable templates.
  • Home
  • Collectieve instorting
  • Suzan Blijlevens
  • Publicaties
  • Contact